Kroniek van Ekehaar
Geschiedenis van een gehucht in het Dingspel Rolde

17e eeuw

Hobo/Hoebe (later Hoben?) toe IJckehaer verliest in 1604 een geding over een obligatie. Even later komt zijn naam voor onder de oud-kerkvoogden van Rolde. De oud-kerkvoogden dienen de overgelegde rekeningen te verbeteren. Roelofje is gezwezen kloosterlinge en krijgt nog een half jaar alimentatie.1619 moeten Hendrik Hoben c.s. zich voor het gerecht verweren. In 1630 staan in Ekehaar twee huizen: Geert Roelofs huis 14 personen en Jan Boeringe huis (met zijn stiefkinderen) 11 personen.
In 1654 wonen Willem Hoben en Geert en Jan Roelofs in Ekehaar. Kinderen van Jan Hoben en Egbert Hoben trouwen in Zuid-, Noord- en Midlaren.
In 1672 wonen Egbert Hoben en Willem Roelofs in Ekehaar. Aan het eind van de eeuw Willem Hoben en Margien Roelofs.
De naam Hoben zal tot in de 19e eeuw met Ekehaar verbonden blijven.


1604 Hobo toe IJckehaer
Hobo toe IJckehaer krijgt ongelijk in een geding dat Johan ten Upgange tegen hem heeft aangespannen op de lotting in Anlo. Hobo is 'wegen zijn pupillen' gehouden om het geld aan Johan ten Upgange terug te betalen dat hij gekregen heeft op een questieuse obligatie, met rente. Hobo dient de obligatie terug te ontvangen om verdere actie te kunnen nemen, daar hij meent in zijn recht te staan.

1607 Roelofje
Roelofje -Roeloffien Eeckehaer- wordt vermeld als conventuale van het klooster in Assen

1609 Hoebe
Hoebe 't Eeckehaer wordt genoemd als oud-kerkvoogd van Rolde.
Zoon van Hobe te Ekehaar krijgt tijdens de wolvenjacht een kaakslag van Timen Sloots.

1610 Scheper
De scheper van Ekehaar krijgt een bloedwond toegebracht.

1612 Hoebe en Roelof
Hoebe toe yckehaer en Roelof toe yckehaer staan in een belastingregister.

1619 Roelofje
Roelofje -Roeloffien 't Eeckehaer-  (zie 1607) is geen conventuale meer; haar wordt voor 't laatst een half jaar alimentatie toegekend.

1619/1620 Hindrick Hoben c.s.
1619:
Egbert Buevinge eiser ter ene zijde en Johan Sijbringe, Arent Sibringe, Jan Campes, Johan Coijter, Hindrick Hoben van Eeckehair gedaagden ter andere zijde. Gedaagden verweren zich dat zij niet formeel op de goorsprake gedagvaard zijn. Wordt aanvaard. 

1620:
Jan op den Camp, Jan Sijbring, Arent Sijbring, Jan Coijter tot () Hindrick Hoben te Eeckehar moeten binnen drie weken "een schuldigen man" vinden om kosten, meesterloon en smartengeld te vergoeden wegens aan eiser toegebrachte verwondingen.

1630 Geert Roeloffs en Jan Boeringe
In Ekehaar staan twee huizen:
Geert Roeloffs huis, 14 personen.
Jan Boeringe huis (met zijn stiefkinderen), 9 personen.
Onder Amen staan vermeld Roelf Steenge huis 9 personen en Hendrik Hoben huis 11 personen. In hetzelfde jaar in Amen voor de Grondbelasting weer Roelof Steenge en
Hendrik Hoben nu met de toevoeging 'met zijn broers', verder de weerd en Willem Coyter en Jan Coyter met consorten
.

1632 Geschillen
Feije Stevens eist als erfgenaam van Hendrick Lansinck een 1/4 deel van een elsebroek te Amen
Willem van Amen. Grietjen van Amen en Jantjen van Amen heeben een geschil met Hindrick Hoben van Amen over de Hiddinge-goed te Amen. De moeder van de eisers zou het Hiddinge-goed aan Hindrick Hoben verkocht hebben, maar eisers willen de koop ongedaan maken. Volgens Hindrick Hoben staat er een handtekening van Willem van Aeme onder het koopcontract, maar die beweert in het buitenland te zijn geweest. In 1843 krijgt eiser Jan op den Camp gelijk als hij van Hinrick Hoben te Amen 1000 daalder kooppenningen eist voor het gedeelte van eiser in de Hiddinge-hof te Amen, door hem aan Hinrick Hoben verkocht.

1642-1654 Geert Roelofs en Willem Hoben
Geert Roelofs woont nog in Ekehaar. Jan Boeringe wordt niet meer vermeld maar wel Willem Hoben (een van zijn stiefkinderen?).

1643 Onderhoud Amervoorde
Op weg van Amen naar Rolde moest men de Amervoorde, een doorwaadbare plaats in het Amerdiep, passeren. Het onderhoud van die voorde leidde nogal eens tot geschillen tussen de aangrenzende marken. Zo oordeelde de Etstoel, het hoogste rechtscollege in de Landschap Drenthe, in 1643 dat de buren van Amen en Ekehaar de voorde aan de westzijde moesten onderhouden en die van Nijlande aan de oostzijde.

1649 Waardeel
Albert Suijnge te Bunne en de erfgenamen van Bastaan Swartwolts hebben  een geschil met de buren van Amen, met uitzondering van Roeloff Steenge en Jan Campus, over een halve waardeel in de marke van Amen en Ekehaar. Er zijn koopbrieven van 1529 en 1609 en er ligt een accoord over de erfenis van wijlen Steven Weitering en Hindrick Weitering. Eiser krijgt gelijk.

1650 Waardeel
Jan op den Camp zou aan Roelof Hoben te Amen een half waardeel te Amen hebben verkocht voor 3000 gulden. Hij wil betaling. Roelof Hoben beweert dat hij de koop binnen 48 uur heeft geannuleerd. Eiser krijgt ongelijk.

1657 Belediging 
Egbert Hiddinge, luitenant van kapitein Allart Polman, zou Remmelt Hoben te Amen hebben uitgescholden voor een schelm ten huize van Lucas Kamps te Rolde.

1657 Erfenis
Claes Talens Harders is getrouwd met Warmeltje Steenge, dochter van Roelof Steenge te Amen. Hij eist haar deel van de moederlijke erfenis. Roelof stelt dat hij de moederlijke goederen al aan de kinderen heeft gegeven en dat ook Warmeltje haar deel heeft gehad. 1671 Geschil land
Hindrick Steenge wordt er door Harmen Steenge van beschuldigd een stuk mandelig hooiland gemaaid te hebben en het hooi weggehaald. Volgens Hindrick heeft hij alleen zijn deel gebruikt. 1672 Willem Roelofs en Egbert Hoben
Hoewel Amen en Ekehaar ongesplitst in een belastingregister worden vermeld, is aannemelijk dat in Ekehaar woonden:
Willem Roelofs, volle boer
Egbert Hooben, volle boer.
In Amen woonden dan:
Harm Steenge, volle boer
Hendrik Steenge, volle boer
Remmelt Hooben, volle boer
De weerd, die voor 1 gulden wordt aangeslagen (een volle boer voor 4).

1689 Trouwbelofte
Willem Hoben Jr. zou aan Jantien Aerents Nieuwenhuis beloofd hebben haar te trouwen. Hij ontkent.

1690 Weghalen rogge
Egbert Hoben en Berent Hoben te Amen spannen een geding aan tegen Lummechien Steenge en haar zoon Bastiaan Steenge en schoonzoon Jan Hoving wegen het weghalen van rogge.

Amen
1613 Johan van Ame
Johan (Hidding) van Ame en zijn vrouw Grete kopen blijken een 'open en  bezegelde koopbrief' van 16 mei 1613 land en goederen in 'olde en nije meijeringe tot Gasselte'. Dochter Aelheyt van Aemen wordt in 1617 in een kerkboek van Gasselte genoemd.


1630 Grondschatting
Amen
Roelof Steenge 
Hendrik Hoben met zijn broeders
De weerd
Willem Coyter en Jan Coyter met consorten

1630 Impost gemaal
Amen 
Roelf Steenge huis 9 personen
Hyndryck Hoben huis 11 personen

Etten:

1648-1658 Roeloff Steninge
1679-1680 Jan Steninge 

Eigenerfde op de landdag:
1673 Jan Schuilinge, Amen


1686 Burger van Coevorden
Den 6 april 1686 heeft Willem Gerryt, geboortigh van Aemen, getrouwt an Bouwke Meyners, geboortigh uyt de grietenye van Lemmer in Vrieslandt, het borgerrecht gewonnen (). (Burgerboek Coevorden)

Trouwen
1664 - Roeloffien Jansen geboren te Ekehaar ca. 1639 trouwt in Gasselte met Luichjen Brandts. 
1668 - Hillegien Egberts van Eickehaer trouwt met Johan Lamberts Sissinge van Suidtlaren
1674 -