Kroniek van Ekehaar
Geschiedenis van een gehucht in het Dingspel
Rolde
18e eeuw
Begin
1705 wonen in Ekehaar de Olde en de Jonge Willem Hoben alsmede
Jannes Gosens. De laatstgenoemde zal wel een meier zijn geweest. Harm
Levinge is in 1726 waarschijnlijk meier op de plaats van de (jonge) Willem
Hoben. In 1734 trouwt Hobe Willems Hoben met Hendrikje Berents van
Gasselte. Albert Jans Schuring is dan meier op Hobe Willems plaatse. In
1739 woont Hobe Willems in Rolde. Midden 1742
komt alleen Egbert Hoben in het belastingregister voor. Hij heeft zelf een
plaats in Ekehaar en is voogd over Hobe Jans Hoben, een zoon van zijn
broer Jan. De boedel is ongescheiden en heeft de omvang van een vol
waardeel. Voornoemde Hobe Willems heeft ook zelf een vol waardeel in de
marke. In een register staat: 'Egbert Hoben en de kinderen van Jan Hoben
zullen een nieuw huis timmeren, doch stellen dat deze vrij (van belasting)
moet zijn, omdat er drie te Ekehaar zijn weggebroken'.
In
1754 zijn er weer drie plaatsen in
Ekehaar. Egbert's zoon Willem neemt diens plaats in. Hobe Willems
overlijdt en zijn weduwe Hendrikje Berents zet het bedrijf voort. Eerst is
Hindrik dan Jan Hilbolling haar meier, later Jan Wolters en vervolgens de
fam. Schulting. Als derde wordt genoemd de weduwe Albert Gerst.
In 1764 is Willem overleden. Zijn weduwe hertrouwt met Jacob Hilbolling,
die het bedrijf voortzet totdat zoon Jan Willem meerderjarig is. Begin
1800 is Jan Willem, later neemt hij de naam Homan aan, nog boer in
Ekehaar. Hobe Jans Hoben is inmiddels meerderjarig.
In 1774 wordt weer Hobe Jans Hoben vermeld. Verder de meier Jan Wolters.
Jacob Hilbolling is overleden. Zijn weduwe, die al eerder weduwe was van
Willem Hoben, wordt nu aangeslagen.
In 1784 wederom Hobe Jans Hoben, maar nu ook Jan Willem, die inmiddels
meerderjarig is. Albert Schulting is meier. In 1794 komt Albert Schuring
erbij (een vol boer). Bartelt Jacobs is meier in plaats van Albert
Schulting.
In
1798 worden drie huizen (nummers)
vermeld:
118 wed. Bartelt Jacobs
118 Hobe Jans (Hoben) weduwnaar
119 Albert Schuring
120 Jan Willems (Hoben).
1715 Afvaardiging Rolder dingspel
Het Rolder dingspel kende vier kluften, die elk een stem op de
Drentse landdag hadden. De derde kluft werd gevormd door Grolloo, Amen,
Ekehaar en Schoonloo. Van deze kluft is de regeling bewaard gebleven die
bepaalde hoe de afvaardiging tot stand diende te komen. De volmacht zou
twee jaar uit Grolloo of Schoonloo worden gekozen en het derde jaar uit
Amen of Ekehaar. Daarna zouden Grolloo of Schoonloo weer twee jaar aan de
beurt zijn. Hieruit blijkt dat er van een zekere rangorde tussen de
buurschappen sprake is. Immers, Grolloo en Rolde mogen vaker een volmacht
leveren dan Amen en Ekehaar.
(Bron: W. Ensing, Geschiedenis
van Rolde)
1726 Zwanger geraakt
De minderjarige Jan Harmens uit Ekehaar, bijgestaan door zijn
vader Harmen Levinge wordt aangeklaagd door Aaltje Roelofs, bijgestaan
door haar vader Roelof Roelofs, kuiper te Ballo. Wat is het geval.
Volgens eiseres had Jan Harmens haar 'onder belofte van trouw tot
vleselijke conversatie weten te seduceren (verleiden), waarvan zij
bezwangerd was'. Hij weigerde zijn gedane trouwbeloften na te komen.
Aaltje eist nu nakoming. Wordt hij daartoe niet veroordeeld, dan
verlangt zij dat hem wordt opgelegd om 'haar te doteren (schenken) en
voor defloratie te betalen de som van honderd Rijksdaalders, de
kraamkosten, alimentatie van het kind etc.'.
Jan eist vrijspraak, omdat in het geheel niet is bewezen dat hij haar
trouwbeloften zou hebben gedaan, noch dat 'gemeenzame omgang tussen
partijen zou zijn gehouden'. Het bewijs zou uit 'praties' uit de derde
en vierde hand bestaan. Bovendien zou Jantje op de laatstleden Norger
herfstmarkt nog hebben voorgegeven met een zekere Egbert Schultinck te
zijn verloofd.
Uitspraak: de heren Drost en 24 Etten wijzen de eis af.
(Harmen Levinge was meier op de plaats van de kinderen van Willem
Hoben.)
1739 Schuring
Voor Schulte en twee eigenerfden uit de marke Amen en Ekehaar, E. Hobe
Egberts Hoben en de E. Remmelt Hoben zijn gecompareerd de wed. Jan
Alberts Schuringe en haar ene zoon Albert Jans nu woonachtig tot Ekehaar
meier wijze op Hobe Willems plaatse. Zij verklaren van Albert Eising
indertijd Boekholder van Diaconij van Rolde te hebben ontvangen een
somma van 100 Caroli gulden. Stok gelegd – oorkonden.
1742 Welstand
In 1742 waren er in Ekehaar en Amen zeven huishoudens waarvan er
twee meer dan de vier gulden haardstedengeld betaalden, die bij
een'"volle waar" verschuldigd was. De reden is dat er vanuit Amer
families Hoben en Steenge nogal eens etten voortkwamen. Een dergelijk
ambt leidde tot een hogere aanslag.
1743 Gebruik weiland
Hobe Willems te Rolde is mede-eigenaar van een stuk weiland, de
koemaat genaamd, in de marke van Amen en Ekehaar. Hij is eiser en Egbert
Hoben te Ekehaar, tevens als voogd over de minderjarige kinderen van Jan
Hoben, mede-eigenaren van dat stuk land, is de verweerder. Eiser wil dat
verweerder niet meer beesten in de koemaat drijft dan overeenkomt met
zijn waardeel. Hij voert hiervoor het volgende aan. Eiser had een plaats
gelegen in Ekehaar en tesamen hadden partijen de koemaat. Verweerder en
broers kinderen hadden een plaats, die twee jaar geleden gescheiden zou
worden. Dit zou ertoe leiden dat er dan drie plaatsen in Ekehaar zouden
zijn. Eiser en verweerder zouden daarin een gelijk waardeel hebben,
zoals het voor de scheiding ook altijd was geweest. Maar sedert de
scheiding weiden gedaagde en de meier van de kinderen evenveel beesten
als eiser. Eiser voegt er nog aan toe dat ook het voeden van de scheper
gelijk verdeeld was.
Gedaagde geeft als verweer dat er tussen de marktgenoten van Amen en
Ekehaar hierover geen regels zijn gemaakt en dat ieder in de koemaat
zoveel beesten zou drijven als hij had. Verder dat eiser niet bevoegd is
om regels (lotting) te stellen maar wel tot een scheiding. Verweerder
had voorgesteld om de hele marke van Amen en Ekehaar te scheiden.
Daartoe zouden de bezitters van twee volle waardelen enig zijn.
Eiser antwoordde dat de gewoonte te Ekehaar was geweest dat zij om de
andere dag haar beesten in de koemaat dreven en dat in de verstreken
twee jaren de meier dagelijks de maat met acht beesten had beweid.
Verder stelt hij dat wel klopt dat ieder op de marke zoveel guste
beesten zou drijven als hij wilde maar niet in de koemaat. De koemaat
was alleen voor melkbeesten. Verder was het zo dat 'die van Amen' nooit
haar koeien in de koemaat drijven maar in plaats daarvan in de Luurse
weide. Tenslotte stelt eiser dat het hier niet gaat om een scheiding van
de marke, want die zou alle markegenoten aangaan.
Uitspraak: de Drost en de 24 Etten stellen de eiser in het gelijk.
1749 Kinderen Willem en Grietien Hoben
Voogdijrekeningen met betrekking tot de kinderen Willem en
Grietien van Hobe Willems Hoben, van wie Wolter Harms stiefvader is.
Voogd is Lucas Oosting van Zuidlaren.
1752 Meiers
Geert Alberts meier van Willem Hoben
Jan Heuvinge, later de weduwe, meier van Hobe Jans Hoben
Hindrik Hilbollinge meier van Hendrikje Berens en cons.
1758 Inventaris bezittingen wijlen Wilm Hoben
Staat van goederen door Wilm Hoben nagelaten, heeft 2 minderjarige
kinderen Jan Willems en Annegien Willems, weduwe hertrouwt met Jakob
Hindriks: (samenvatting)
- een huis, hof, waardeel, hooiweide en bouwlanden alles te Ekehaar en
elders gelegen zoals door de weduwe en haar meier wordt gebruikt;
- obligaties over Hobe Jans Hoben te Grol; Lucas Steenge te Eexterveen;
Harm Roelofs te Rolde; Hindrik en Roelof Jansen te Annen; Albert Eysinga
te Rolde; de Eggen Roelof te Annen; Robbe Helders te Annen
- bij Roelof Jansen te Annen tegoede wegens gekocht holt
- Hendrik Klasen te Annen rest wegens gekocht holt
- Wegens afkoopsom van Jantien Jansen's (de weduwe) ouderlijke boedel,
als dezelve door haar broeder Hindrik Jansen is afgekocht voor een somma
van 3250 gulden.
1759 Bedediensten
Om bluswater bij de hand te hebben ingeval brand mocht uitbreken in de
landschapsgebouwen (provincie) te Assen werd besloten een sloot of
gracht gracht langs de Brinkstraat te graven. Dit werk werd uitgevoerd
als z.g. bedediensten, dat wil zeggen zonder loon. Omdat het om
landschapsgebouwen ging werden niet alleen Assenaren hiervoor
opgeroepen, maar ook bewoners uit de wijde omtrek. Zo werkten rond de
25ste augustus 1759 aan de graverij 48 man uit Ekehaar, Amen, Grollo en
Halen.
1772 Brug over Amerdiep
Verzoek van de gezamenlijke marktgenoten van Amen en Ekehaar, die
aangaven dat het nodig was een dijk ten westen van de Amervoorde van het
groenland af te graven om daarlangs te kunnen varen en aldus een brug
over het Amerdiep te doen maken waartoe Amen en Ekehaar voor de ene
helft en de markegenoten van Deurze en Nijlande voor de andere
helft wegens wederzijds aangrenzende marken verplicht zijn. Het verzoek
behelst om de markegenoten van Deurze en Nijlande op te leggen 'om zo
ras mogelijk' voor hun helft bij te dragen.
De markegenoten van Deurze en Nijlande beklagen zich er over dat zij
niet gehoord zijn.
Drost en gedeputeerden zullen na het horen van partijen een beslissing
nemen.
1776 Vreemde bijen
Jan Wolters die een plaats met het daarbij behorend waardeel in
Ekehaar huurt en Jan Willems eigenaar, zelf gebruiker van een plaats met
waardeel aldaar eisers te ene zijde, en
de gemene boer van Amen naast Hobe Jans Hoben te Ekehaar gedaagden aan
de andere zijde.
De zaak gaat over het stallen van bijen op de es. Eisers zijn gedwongen
geweest om vreemde bijen, die zij op hun woeste akkers op de es hadden
laten plaatsen, naar een afgelegen plaats 'op verre na zo goed niet' te
brengen. Dit had schade gebracht, die ze vergoed wilden zien.
De meerderheid van de marke, dat zijn dus de gedaagden, wilde geen
vreemde bijen binnen de marke. Zij stelden dat de marke van Amen en
Ekehaar slechts voorlopig en betreffende het gebruik van 'heiden en
weiden' is gescheiden en voor het overige mandelig is gebleven. Ook het
plaatsingsgeld voor vreemde bijen was telkens volgens het waardeel met
al het overige boergeld gedeeld. Verder dat de marktgenoten altijd hun
bijen op de es hadden gezet en de vreemde op afgelegen plaatsen hadden
gesteld, doch dat eisers nu tegen dit aloude gebruik in een menigte
uitheemse sterke bijen op de es nabij die van gedaagdes korven hadden
geplaatst waardoor veel schade aan de deze bijen en beletselen aan het
nodige gebruik van de bouwlanden was toegebracht. Duidelijk moet zijn
dat het de marktgenoten vrij staat bij meerderheid te beslissen over het
gebruik van de marke. Zij willen geenszins het plaatsen van vreemde
bijen uitsluiten, maar alleen bepalen dat die op afgelegen plaatsen in
de marke worden gestald en het plaatsingsgeld tussen de markegenoten
verdeeld wordt.
Eisers zien niet in waarom uitheemse bijen niet evengoed op es mogen
staan als die van de binneneigenaren en vinden het verder redelijk dat
het plaatsingsgeld niet aan de marke maar aan de grondeigenaren toekomt,
maar zullen zich bij de te nemen beslissing neerleggen.
De eisers worden in het ongelijk gesteld.
1780 Amerbos
In 1780 verleende de landdag zijn goedkeuring aan een voorstel van de
drost om hand- en wegwijzers te plaatsen. Dat zou het gemakkelijker
maken voor 'onkundige uitlanders' om de weg door Drenthe te vinden. Voor
Rolde werd schulte Camerling met de uitvoering belast. Hij liet acht
vrachten bomen omzagen in het Amerbos. Daarvan liet hij zeventien
wegwijzers maken.
(H.J. Versfelt in: Waardeel 1999/1)
1787 Volmacht
De etten W. Steenge en W. Mantinge hebben een geschil over het
volmachtschap van Grollo, Amen en Ekehaar voor de landdag.. Besloten
wordt een commissie in te stellen uit de dingspelen. Na gehoord rapport
wijzen de vier dingspelen Mantinge aan, die daarmee is toegelaten.
1787 Schuring
Persoonlijk erschenen is de E. Albert Jan Schuring te Ekehaar verklarend
van de heer Nijsingh gewezen vaandrig onder Orange Drenthe nu wonend te
Steenwijk geleend te hebben 2500 gld – onderpand speciaal de erve ofte
bouwplaats te Ekehaar
1793
Lamberts
Momberaanstelling over de kinderen van wijlen Geert Lamberts tot Ekehaar
weduwnaar van Jantien Jans: Jantien 21 jr en Grietjen, Lammigien,
Luigien, Jan, Anna (leeftijd onbekend). Inventarisatie nagelaten
goederen: 3 koeien, 19 schapen, enige hoenders, 2 bedden en toebehoren,
een bijbel met zilverbeslag, twee boeken van Brakel etc.
1793
Hoben
Jan Willem Hoben x Jantien Homan woonachtig te Ekehaar geleend hebben
van G. Holtman predicant te Rolde en deszelfs kinderen 150 gulden.
(doorgehaald)
1799 Albert Schuring
Albert Schuring van Ekehaar wordt tot president verkozen van de
groep burgers van Rolde die een eed hebben afgelegd op de Bataafse
Republiek, onder het verklaren van hun afkeer van het stadhouderlijk
bestuur.
1797 Lijst Gewapende Burgerwacht
van Ekehaar
118 Barteld Jacobs,52,boer,geh
Roelof Bartels,23,zn
in de kamer Hobe Jansen,58
wednr.Hinderkijen Wijchers
Jan Hoben,45
119 Albert Schuringe,41,boer,geh
Berend Oortwijn,68,knegt
Klaas Hindriks,58,knegt
120 Jan Willems,48,boer,geh
Gerrit Remmels,20,meister
Roelof Alberts,32,scheper
1799 Lijst der aangegeven beesten Kerspel Rolde
Ekehaar Boven Beneden
2 jaar oud 2 jaar oud
Jan Willems 6 6
Albert Boer 9 4
Albert Schuring 8 5
Jans Arent 7 4
Den wed. Hoben Jans 1 -
Amen
Egbert Hoben 9 3
Pieter Hoben 9 6
Hindrik Heuving 10 5
Jan Nijmeijer 12 -
Eigenerfden verschenen op de landdag:
1707 Steenge, Willem, Amen
1719 Steenge, Jan, ette, Amen
1732-1763 Steenge, Lucas, Amen - Grollo, Amen, Ekehaar
1736-1739 Steenge, Jan, ette, Amen - Amen, Grollo
1738 Hoben, Remmelt, Amen
1758 Huising, Jan - Grollo, Amen, Ekehaar
1759 Haange, Geert, ette - Grollo, Amen, Ekehaar
1764 Haange, Willem - Grollo, Amen, Ekehaar
1774 Mantinge, Hendrik - Grollo, Amen, Ekehaar
1769-1775 Hoben, Egbert, Amen - Grollo, Amen, Ekehaar
1779-1794 Hoben, Egbert, ette - Grollo, Amen, Ekehaar
1776-1778 Hoben, Pieter Remmelts, Amen - Grollo, Amen, Ekehaar
1784 Hoben, Willem, Ekehaar - Amen en Ekehaar
1785 Mantinge, Willem - Grollo, Amen., Ekehaar
1778-1787 Steenge, Willem, ette, Amen - Grollo-Amen-Ekehaar
1788 Lier, mr. Johannes van - Grollo, Amen, Ekehaar
1789-1791 Lier, Johannes Hendricus Petrus - Grollo, Amen, Ekehaar
1793 Brouwer, Roelof, Grollo - Grollo, Amen, Ekehaar
1794 Schuiringe, Lambert, Grollo - Grollo, Amen, Ekehaar
Amen
1742 Haardstedenbelasting
Ette Steenge 5-0-0
Ette Hobe 2-0-0
Jannes Heuvinge 2-0-0
Ette Remmelt Hoben 5-0-0
1774
Ette Remmelt Hoben 5-0-0
Jannes Heuvinge 2-0-0
Egbert Hoben 2-0-0
Jakob Heuvinge 4-0-0
1735 - Hobe Hoben wordt wegens zijn vrouw Roeloffien
Houwinge te Amen gedaagd. De kinderen en kindskinderen van
wijlen Roelof Houwinge moeten uitmaken wie de belasting
betaalt over het spijcker te Weerdinge, door genoemde Roelof
'vrij van schatting' verkocht.
1783 - Albert Jans Schuring van Amen koopt van Jurrien
Jans te Zuidlaarderveen een boerenerf te Zuidlaren.
1792 - De kerspellieden van Rolde verzoeken een vermindering
van het door hun kerspel op te brengen haardstedengeld,
omdat de oud-etten C. Hilbrands te Assen en E. en P. Hoben
te Amen de twee gulden haardstedengeld jaarlijks
niet meer willen betalen, omdat ze hun functie als Ette
zijn kwijtgeraakt.
Ridderschap en Eigenerfden beslissen dat de oud-Etten
het haardstedengeld als vanouds moeten betalen, omdat
zij een pensioen krijgen.
1798 Lijst Gewapende Burgerwacht van Amen:
114 Egbert Hoben 64 boer getr
Pieter Egberts 37 zn getr
Albert Harms 22 knegt -
115 Hindrik Huivinge 55 boer getr
Jan Jans 24 knegt
116 Pieter Hoben 49 boer getr
Lucas Gerrits 46 knegt
117 Jan Hindriks 53 boer
Hendrik Jans 30 scheper
Albert Jannis 46
Trouwen en dopen:
Willems Hoebe Jan jm van Ekh x Geerts Jantje jd van Witten 21.9.1721
Hoeben Berent Willems, jm van Ekh o.o. Maria Mathei jd van Anlo
22.4.1731
Willems Hoebe Hoebe jm van Eekhaar oo Beerents Hendrikjen jd van
Gasselte 11.4.1734
Jans Harmen, wednr te Rolde x Geeerts Jantien, wed. van Eekhaar 3.4.1735
Hoeben Willem Egberts jm van Ekh x Hoven Jantjen Jans jd van Annen
9.6.1743
Jansen Jan x Hendriks Vrouwtje beiden van Ekh 20.11.1752
Hendriks Jan van Eekehaar x Jansen Grietien van Deurse 19.5.1753
Jansen Jan te Balle x Willems Annitie te Ekh 20.6.1771
Willems Jan x Homans Jantje te Ekh 21.5.1775
Egberts Jan te Ekh x Pieters Sijbertjen te Grollo 13.5.1790
Coops Roelof x Harms Aaltien te Ekh 18.11.1792
Dopen
Roelofje - Jan Heuvinge en Vrouwtje Hendriks 1755
Jantje - Jacob Hindriks en Jantje Jansen 1756
Hindrik - Jan Hindriks en Grijtien Jansen 1757
Albertje - Jan Heuvinge en Vrouwtje Hendriks 1757
Jan - Jan Hillebol en Grietien Jansen 1759
Willem - Hobe Jansen en Hindrika Wijchers 1759
Willem - Jacob Hindriks en Jantje Jansen 1760
Hillichje - Jan Hillebol en Grietien Jansen, 1761
Willem - Hobe Jansen en Hindrika Wijchers 1762
Roelof - Jan Hindriks en Grijtien Jansen 1763
Wullem Hoben - Jacob Hindriks en Jantje Janen 1764
Jacob - Jan Hindriks en Grijtien Jansen 1765
Wijcher - Hoben Jans en Hindrika Wijchers 1766
Jantje - Hobe Jansen en Hindrika Wijchers 1770
Jan Willems - Jan Willems en Jantien Homan 1776
Roelof - Jan Willems en Jantien Homan, 1777
Jantien - Jan Willems en Jantien Homan 1779
Jan ten Berge - Jan Willems en Jantien Homan 1781
Egbert - Jan Willems en Jantien Homan 1782
Marchien - Albert Jansen en Grietien Reinders, 1784
Jannis - Jan Willems en Jantien Homan 1784
Lammert - Jan Willems en Jantien Homan 1787
Marchien - Albert Jans (Schuring?) en Grietien Reinders 1787
Jantien - Hindrik Harms en Grietien Jansen, 1788
Jantien - Hindrik Harms en Grietien Jansen 1788
Jantien - Jan Willems en Jantien Homan 1789
Jan - Albert Jans (Schuring?) en Grietien Reinders 1789
Jantie - Jan Willems en Jantien Homan 1791
Jantien - Jan Willems en Jantien Homan - 1793
Jantien - Albert Jans (Schuring?) en Grietien Reinders 1793
Jantien - Bartel Jacobs en Elsien Sweits, 1794
Jan - Albert Jolinge en Grietien Reinders 1796
Reinder - Albert Schuuring en Grietien Reinders, 1799